NEN 1068 – wat verandert er?

NEN 1068 – wat verandert er?

Voor het berekenen van het transmissieverlies in de EPC berekening wordt gebruik gemaakt van NEN 1068. Deze norm is recent volledig herzien en wettelijk van kracht voor het maken van EPC berekeningen. De gewijzigde opzet van deze norm heeft geleid tot enkele wijzigingen in de structuur van Uniec 2. In deze nieuwsbrief vindt u informatie over de belangrijkste wijzigingen.

Lineaire warmteverliezen

In de nieuwe NEN 1068 wordt voor lineaire constructies het warmteverlies altijd tot uitdrukking gebracht met één Ψ-waarde terwijl in de oude NEN 1068 voor funderingsconstructies twee Ψ-waarden werden gebruikt. Deze wijziging resulteert er in dat de bestaande Ψ-waarde van referentiedetails (zoals de SBR referentiedetails) niet langer bruikbaar zijn. In Uniec 2.1 zijn de bestaande Ψ-waarden van funderingsdetails daarom als verlopen aangemerkt.

Momenteel wordt door SBR gewerkt aan het aanleveren van nieuwe Ψ-waarden voor de funderingsdetails. Zodra deze beschikbaar zijn worden deze direct in Uniec 2.1 opgenomen. Totdat de nieuwe Ψ-waarden zijn aangeleverd kan het bij het inlezen van bestaande berekeningen voorkomen dat u een melding krijgt dat de funderingsdetails zijn verlopen.

Vloerconstructies

Het berekenen van het warmteverlies door vloerconstructies is in de nieuwe NEN 1068;2012 behoorlijk gewijzigd. Eén belangrijke consequentie is dat wandconstructies grenzend aan grond in deze norm samen met de vloerconstructie worden beschouwd. Dit resulteert er in Uniec 2 in dat in de tabel Definieer aanwezige scheidingsconstructies voor wanden geen begrenzing grond meer gekozen kan worden. Deze wanden dienen wel in de software ingevoerd te worden maar dat gebeurt op het formulier waar de gegevens van de vloerconstructie worden ingevoerd.

Ter illustratie
Onderstaand een isometrie van woning met een vloer die onder maaiveld is gelegen.

In Uniec 2.1 wordt bij de invoer van deze vloer een extra tabel zichtbaar Geometrie dichte wandconstructies (grenzend aan grond). In deze tabel wordt de totaaloppervlakte en isolatiewaarde van de wanden onder maaiveld ingevoerd. Zie onderstaande scherm afdruk.

Uit bovenstaande scherm afdruk blijkt ook dat bij vloerconstructies extra gegevens gevraagd worden zoals de hoogte ten opzichte van het maaiveld of de dikte van de wandconstructies. In de software is bij al deze nieuwe parameters een toelichting opgenomen (blauwe i). Lees deze toelichting nauwkeurig voor een juist gebruik van de software.

Met de komst van NEN 1068;2012 zijn er meer type begrenzingen voor vloeren in de software opgenomen. In totaal kan gekozen worden tussen 10 begrenzingen van vloeren. Het type begrenzing is afhankelijk van:

  • de hoogte van de vloer ten opzichte van het maaiveld;
  • de af-, of aanwezigheid van een reflecterende folie;
  • de onderliggende begrenzing: grond, kruipruimte of onverwarmde kelder

Wij adviseren de toelichting in de software bij het type begrenzing te lezen om de juiste begrenzing te selecteren.

Wanneer één vloer verschillende begrenzingen heeft dient deze vloer als verschillende vloervelden ingevoerd te worden, ieder met zijn eigen begrenzing. Deze situatie komt bijvoorbeeld voor bij een dijkwoning waarbij een deel van de vloer boven maaiveld ligt en een ander deel onder maaiveld is gelegen. In onderstaande figuur is aangegeven hoe de vloer in 2 vloervelden verdeeld moet worden zodat voor ieder vloerveld de juiste begrenzing opgegeven kan worden.

Aangrenzende onverwarmd kelder

Een andere belangrijke wijziging in de NEN 1068 is de manier waarop omgegaan wordt met onverwarmde kelders. In de oude norm werd deze als AOR ingevoerd (indien nauwkeurig werd gerekend). In NEN 1068;2012 wordt deze als een apart type aangrenzende ruimte beschreven: de aangrenzend onverwarmde kelder (AOK). Een AOK is een bijzondere vorm van aangrenzende ruimte die in Uniec 2 niet wordt gedefinieerd in de tabel ‘defineer rekenzones’ zoals een AOR of AOS. De gegevens van een eventuele AOK worden ingevoerd bij de invoer van de bovenliggende vloer. Wanneer wordt aangegeven dat een vloer grenst aan een AOK wordt in de software bij de invoer van de vloer gevraagd om de eigenschappen van de AOK.

Tot slot

De gewijzigde NEN 1068;2012 heeft tot gevolg dat bestaande EPC berekeningen geconverteerd moeten worden. Bij het openen van een Uniec 2.0 bestand in Uniec 2.1 wordt gevraagd of de berekening geconverteerd moet worden of geopend moet worden in Uniec 2.0. Nadat een berekening geconverteerd is kan deze niet meer geopend worden in de oude versie.

Na de conversie dient de bouwkundige invoer gecontroleerd, gewijzigd en/of aangevuld te worden:

  • Indien het een nauwkeurig berekening betreft dienen de Ψ-waarden van de funderingsdetails herzien te worden.
  • Controleer in de tabel Definieer aanwezige scheidingsconstructies het type begrenzing van vloerconstructies.
  • Indien wanden grenzend aan grond aanwezig zijn in de bestaande berekening dienen deze verwijderd te worden bij Definieer aanwezige scheidingsconstructies en ingevoerd te worden bij de desbetreffende vloerconstructie.
  • Indien een AOR in de vorm van een onverwarmde kelder aanwezig is in de bestaande berekening dient deze verwijderd te worden; de gegevens van de AOK dienen bij de bovenliggende vloer ingevoerd te worden.
  • Bij alle vloerconstructies dienen aanvullende gegevens ingevoerd te worden totdat de foutmeldingen in de berekening zijn opgelost.