Indicatie risico te hoge temperaturen

Indicatie risico te hoge temperaturen

In Uniec 2.0 wordt het risico op te hoge temperaturen berekend volgens NEN 7120. Het risico van te hoge temperaturen is een indicatieve berekening. De berekening wordt gemaakt voor de maand juli en is gebaseerd op de berekende koudebehoefte (een indicatie voor overtollige warmte). De uitkomsten van de berekening van het ‘risico op te hoge temperaturen’ staan onder “resultaten”.

Er wordt een risico bepaald per rekenzone, per oriëntatie. De berekening per oriëntatie is nieuw in NEN 7120 (in NEN 5128 werd één risico per rekenzone bepaald). Door het berekenen van het risico per oriëntatie is het eenvoudiger te achterhalen waar maatregelen getroffen moeten worden om het risico te verlagen.

Passieve koelmaatregelen waarmee het risico van te hoge temperaturen kan worden verkleind zijn:

  • wijzigen van oriëntatie
  • buitenzonwering toepassen
  • zonwerend glas toepassen (lagere ggl-waarde)
  • gebruik maken van overstekken
  • zwaardere gebouwmassa
  • extra ventilatie (spuien of ventileren)

Actieve koelmaatregelen worden niet gewaardeerd bij de bepaling van het risico van te hoge temperaturen. Wanneer een koelsysteem wordt toegepast, is de bepaling van het risico van te hoge temperaturen niet bruikbaar. Wanneer het koelsysteem voldoende capaciteit heeft, is er immers geen temperatuuroverschrijding meer.

De berekende getalswaarden voor TO-juli moeten conform NEN 7120 als volgt geïnterpreteerd worden:

  • 0 – 2:               onbekend
  • 2 – 4:               matig tot groot risico
  • 4 of hoger:     groot risico

Opgemerkt wordt dat het een indicatieve methode betreft waarbij altijd uitmiddeling van risico’s plaatsvindt. Voor een goed inzicht in het daadwerkelijke risico op oververhitting is inschakeling van een deskundige noodzakelijk.